23 juli 2020 06:00
Werkgever en werknemer kunnen door het sluiten van een vaststellingsovereenkomst de arbeidsovereenkomst beëindigen. De vaststellingsovereenkomst moet schriftelijk worden vastgelegd. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de werknemer het recht heeft om deze overeenkomst zonder opgaaf van redenen binnen veertien dagen schriftelijk te ontbinden.
In een procedure in kort geding stelde de kantonrechter vast dat de werknemer de op 20 april 2020 gesloten vaststellingsovereenkomst op 4 mei 2020 heeft ontbonden. De ontbinding heeft plaatsgevonden binnen de wettelijke termijn van veertien dagen. De ontbinding van de vaststellingsovereenkomst heeft tot gevolg dat de beëindigingsovereenkomst eindigt op het moment waarop de schriftelijke verklaring de werkgever heeft bereikt. De arbeidsovereenkomst is hersteld per 5 mei 2020. Dat betekent dat de werkgever verplicht is het loon door te betalen vanaf die datum.
De ontbinding van de vaststellingsovereenkomst heeft geen terugwerkende kracht. Dat betekent dat de werknemer over de periode vanaf de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst tot en met de ontbinding daarvan geen recht op loon heeft.
Kamerbrief over toekomstig stelsel box 3
25 april 2024 |
Geen extra verhoging minimumloon per 1 juli, wel indexering
25 april 2024 |
Kabinet wil verbod op contante betalingen boven € 3.000
25 april 2024 |
Gevolgen verliesverrekening voor aanslag waarmee verlies is verrekend
18 april 2024 |
Fiscale risico's bij schuiven met panden: wat u moet weten
18 april 2024 |